donderdag 17 augustus 2017

Dag 12: maandag 31 juli 2017: Tok – Glennallen

Vandaag verlaten we onze tijdelijke mobile home in Tok en gaan we op weg naar Glennallen. Op voorhand waren we niet heel enthousiast over een RV, maar we moeten toegeven dat het eigenlijk een prima overnachtingsmogelijkheid is. Het biedt voldoende ruimte en heeft een koelkast, koffie en thee faciliteiten, gastoestel, oven, magnetron, tv en tafel. Alleen het sanitair is wat eenvoudiger en vooral kleiner, wat niet uitnodigt om uitgebreid te douchen. Glennallen is net zo’n gehucht als Delta Junction en Tok, bestaande uit vier kerken, een supermarkt, twee benzinestations en een of twee campings. Niets te beleven dus, maar voor ons (en voor vele met ons) een tussenstop op weg naar Valdez. We hadden ook wel de weg van Delta Junction naar Glennallen kunnen nemen, maar we wilden ook nog wel even het noordelijke deel van het Nationale Park Wrangell – St Elias in en die ingang ligt aan de weg tussen Tok en Glennallen. Een paar jaar terug zijn we via de ingang bij Glennallen en Chitina naar McCartey en Kennecott gereden. Voor de trouwe lezers, de vakantie waarin we getrakteerd werden op een BBQ met vers berenvlees.
De weg er naartoe is saai en op de enige plek waar je koffie kunt krijgen, is dat alleen bij een benzinepomp waar je to-go kan meenemen. Deze keer geen spannende dingen, de weg het NP in is redelijk saai. Kilometers rechte weg en de eerste 15 mijlen zijn geasfalteerd. Daarna is het nog 15 mijl gravel en daarna mag je twee keer door de rivier, naar we later van een motorrijder horen, is het prima begaanbaar. goed begaanbaar. Wij gaan niet zo ver omdat er eigenlijk aan het eind van de weg niets bijzonders te zien is en je dezelfde weg terug moet nemen. Bovendien moet je twee keer door een stromend riviertje en dat zien we met deze huurauto die geen 4x4 is niet echt zitten. Wel jammer want in het Zuid Westen hebben we redelijk vaak door een stromend riviertje moeten rijden en het geeft toch wel wat lekkere adrenaline in je lijf. Ook de motorrijder die we spraken is daar niet doorheen geweest. Het is wel bijzonder dat dit reservaat in tweeën is gedeeld, een deel is NP en een deel is National Preserve Area. Wat is het verschil?

Het ene ligt links van de weg, en het andere rechts en in het NP mag niet gejaagd worden, in de Preserve wel. Dat levert soms komische bordjes langs de kant van de weg op. Wij willen niet jagen, maar helaas voor ons, steekt er vlak voor het 15-miles bordje een eekhoorn over die we niet meer kunnen ontwijken. Toch nog wild getroffen. Onderweg naar Glennallen komen we langs een tentje waar we jaren geleden ook even gestopt zijn. Bijzonder hoe het werkt dat bij het zien van het tentje er veel herinneringen van 5 jaar terug boven komen.

Hier hebben we een cache gevonden en mensen uit Nebraska ontmoet, die ons meteen hun adres gaven. We hebben het nog steeds maar nog nooit gebruikt. Het winkeltje kent echte “middle-of-nowhere-prijzen”. Waar alles in Alaska al zeker ¼ duurder is dan in de rest van de USA, is deze winkel weer een paar keer zo duur dan de winkels in de 3 “grote” steden van Alaska. We drinken koffie en de winkeljuf verveelt zich blijkbaar en is om een praatje verlegen, zodat ze even bij ons komt zitten om haar verhaal te doen. Over mensen die sigaretten willen kopen en dan geen ID hebben, dus dat ze die dan niet mag meegeven. Tussendoor horen we dat ze hier al 8 jaar werkt, dat ze een zoontje van 7 heeft, gescheiden is en uit Kotzebue komt, dat in het Zuid Westen van AK aan de Tsjoektsjenzee ligt. Kinderen gaan er alleen weg als ze naar de middelbare school gaan. Zij ging naar Fairbanks, waar ze highschool heeft afgemaakt. College zat er niet in. Koffiezetten, kan ze in ieder geval.
De weg van Tok naar Glennallen is net een kermisattractie, met enige regelmaat wanen we ons in een achtbaan die onze auto alle kanten op doet bewegen. We zouden hier echt niet met een camper willen rijden en houden af en toe ons hart vast als er vrachtwagens langskomen. Wel is het een mooie route met mooie vergezichten. We arriveren heelhuids in Glennallen, waar we het onderste deel van een huis hebben gehuurd bij Shelly. Ook hier weer, net als in Anchorage, beschikken we over een compleet ingerichte verdieping. Voor het eten blijken we, volgens de reviews die we gelezen hebben, het best te kunnen langsgaan bij de Thai. Dat is een van de 3 “restaurants” die dit dorp rijk is. Een verkoopstalletje langs de weg bij het benzinestation op de kruising. Het is er druk en wij nemen drie verschillende portie die sterk doen denken aan de Nederlandse Chinees met gadogado (maar hier met broccoli in plaats van specieboontjes), tjaptjoi en kip met cashewnoten, maar dan voorzien van een Thaise naam. Who cares?